GESCHIEDENIS v.v. RIJSWIJK

Begin 1919 stond er in De Rijswijkse Courant een advertentie wie er medewerking wilde verlenen aan het oprichten van een voetbalvereniging in Rijswijk? De initiatiefnemers van deze advertentie waren de gebroeders Bert en Chris van der Kooy en Klaas Severijns. Op 10 april 1919 was het dan zover. Er werd een oprichtingsvergadering gehouden in de Gouden Bal in de Herenstraat hoek Torenstraat. Bert van der Kooy werd de eerste voorzitter van de club en deze functie zou hij 10 jaar vervullen. De naam van de voetbalvereniging werd “Voorwaarts” In die zelfde week werd er nog een voetbalvereniging in Rijswijk opgericht genaamd V.V.R. Er waren nu twee voetbalverenigingen beiden vol levenslust en moed maar zeer arm en zonder velden. Ook op ander sportgebied was er belangstelling in Rijswijk en zo werd er over gegaan tot een combinatie van verschillende verenigingen onder de naam S.V.R. (Sport Vereniging Rijswijk). Deze verenigingen aan gymnastiek, korfbal en wielrennen. S.V.R. slaagde erin om een veld te huren waar nu de Schimmelweg te Rijswijk is gelegen. De kleedgelegenheid bestond uit een schuur waarvan de wanden waren opgebouwd uit rietmatten.Reeds in het jaar van de oprichting trad Voorwaarts toe tot de H.V.B. wat tot gevolg had dat de naam werd gewijzigd in vv. Rijswijk
In 1920 eindigde het kortstondige leven van S.V.R. en vv Rijswijk moest zijn eigen zaken gaan behartigen. De eerste stap was dat de club weer moest gaan verhuizen en Rijswijk kwam terecht op de z.g. HogeWei vlak naast het oude VUC veld.
Hiermee was echter het Rijswijkse nomadenleven nog niet ten einde. Na één seizoen moest v.v Rijswijk weer verhuizen ditmaal naar de Delftweg naast de wielerbaan.Op dit terrein werd een prachtige tent gebouwd compleet met scheidsrechtershokje, washok en kantine. Een zeer zware storm vaagde echter dit alles compleet weg en zodoende moest Rijswijk de huur van dit veld vanwege geldgebrek weer opzeggen.Een geluk bij een ongeluk kreeg Rijswijk van de gemeente een sportveld vlakbij de Rijswijkse Wielerbaan aangeboden
In 1932 moest de club ook dit terrein weer verlaten omdat er in dat jaar een tramlijn richting Delft werd aangelegd en deze dwars over het veld liep. In afwachting van de ingebruikname door het gemeentebestuur toegewezen velden aan het Juliaantje was het Laakkwartier bestuur zo vriendelijk om hun veld om de 14 dagen aan Rijswijk te verhuren. Het Laakkwartier terrein lag toen die tijd naast het Westhof.

In 1933 vestigde v.v Rijswijk zich aan het Juliaantje te Rijswijk.
Financieel ging het in die tijd ook niet goed met voetbalvereniging Rijswijk. De werkloosheid heerste, geld ontbrak en vele leden lieten bij uitwedstrijden verstek gaan wegens gebrek aan reisgeld. Dankzij tact, vriendschap en opoffering van de leden gingen, ondanks deze moeilijkheden, de jaren tot aan 1939 rustig voorbij.

1940 – 1950
In 1939 werden veel Rijswijk leden opgeroepen voor mobilisatie zo ook de voorzitter P.J.Drilsma die als kapitein zijn plichten moest vervullen. Helaas is hij nimmer meer teruggekeerd.
 In 1943 vond er een belangrijke gebeurtenis plaats bij v.v Rijswijk. Door de oorlogsomstandigheden was het ledenaantal behoorlijk teruggelopen en was het moeilijk om zich in de vierde klasse te handhaven. Na lang overwegen en rijp beraad werd er besloten om een fusie aan te gaan met v.v. Zuid-Holland dat ook in de gemeente Rijswijk voetbalde. Na vele bijeenkomsten en vergaderingen van beide zijden werd in mei 1943 besloten om tot een fusie over te gaan. De naam en de clubkleuren van Rijswijk bleven gehandhaafd. 
Het nieuwe bestuur bestond uit; H. Klos (voorzitter), H. Borkent (secretaris) en J.C.H. Verdonk (penningmeester). Al spoedig zou blijken dat de fusie niet aan de 100% verwachtingen en de ene na de andere voormalig Zuid-Holland lid bedankte.
Voor het eerst in de geschiedenis van v.v.Rijswijk verscheen er vlak na de oorlog een betaalde trainer bij de club. Het bestuur had met trainer C.v.d.Pijl een goede keuze gemaakt want diversen elftallen van Rijswijk werden in deze periode kampioen.
Enige jaren gingen rustig voorbij. In 1947 werd nog wel de door de oorlog uitgestelde feestavond ter gelegenheid van het 25 jarig bestaan in de Stads Doelen gevierd.
In seizoen 1948/49 vertrok trainer v.d.Pijl naar een andere club en werd hij opgevolgd door trainer Molendijk.
In oktober 1948 kreeg v.v. Rijswijk elektrisch licht.
In 1949 moest Rijswijk weer verhuizen. De K.N.V.B had het veld afgekeurd en de gemeente besloot gelijk de terreinen drastisch op te knappen. Voor de tijd van het herstel van het terrein verhuisde Rijswijk tijdelijk naar het veld van Voorburg aan de Prinses Mariannelaan. De junioren gingen voor tijdelijk naar het Hoornpark.

1950 – 1959
In het eerste jaar van terugkeer op het oude vertrouwde veld aan het Juliaantje waar inmiddels de accommodatie gerestaureerd was behaalde Rijswijk weer een kampioenschap.
Op 7 september 1951 vond er een algemene ledenvergadering plaats. Er waren verschillende meningsverschillen in het bestuur o.a. over de opstellingen van een elftal. De emoties liepen hoog op en bestuurslid H. Klos besloot te bedanken als lid gevolg door de heren F.van Beekem en H.Weber. Met hen verdwenen nog enige leden en twee weken later richtte deze heren een nieuwe voetbalvereniging op genaamd De Rijswijkse Boys (S.V.R.B.)
De gevolgen van deze strubbelingen bleven niet uit en het eerste elftal degradeerde weer naar de vierde klasse.
Op 11 april 1954 was er een grote feestavond in de Stads Doelen in Delft.
Trainer J.Rolfes verliet de vereniging en werd in 1955 opgevolgd door A. Kantebeen uit Leiden. Al spoedig zou blijken dat Rijswijk met deze trainer een lot uit de loterij getrokken had. De opkomst op de trainingen waren overweldigend en zowel Rijswijk 1 als Rijswijk 2 werden in 1957 kampioen en beide promoveerden.

1960 – 1998

Bron: haagsevoetbalhistorie.nl